Contact met het hiernamaals – Hallo, wie heb ik aan de lijn?
Mijn coach/medium Bart, claimt de gave te hebben om te communiceren met dierbaren in het hiernamaals. Niet alleen dat, hij zegt dat iedereen het kan leren. Dat we over een aantal weken ons traject afsluiten met een reading die ik aan hém ga geven. Uh…ok.
Bart is niet het enige medium, dat beweert dat iedereen kan leren om met overledenen te communiceren. Volgens Bart zegt schrijfster Fleur Leussink dat ook in haar boek ‘Mijn leven als medium – hoe jij ook kunt communiceren met het universum’. Eussink, opgegroeid in Nederland, is inmiddels een bekendheid onder de Amerikaanse celebrities. Bovendien is ze uitgeroepen door CBS, de Amerikaanse tv omroep, en LA Magazine tot een van de beste mediums van Los Angeles. Dat boek ga ik maar eens lezen.
Met Bart maak ik een afspraak voor een reading die hij aan mij gaat geven. Mijn vader is een paar jaar terug overleden en ondanks mijn scepticisme, voert de nieuwsgierigheid de boventoon. Met een open houding ga ik de sessie in, zonder bijzondere verwachtingen of specifieke vragen aan mijn vader.
Bart vertelt hoe hij te werk gaat. Als hij zich zo concentreert, melden er eventueel spirits bij hem via een soort achterdeurtje in zijn hoofd. Hij krijgt dan ‘zintuigelijke’ informatie door. Zintuigelijk als in, dat hij mogelijk dingen voelt, ziet, ruikt, proeft of hoort via die spirit. Als zich bijvoorbeeld een spirit aandient die vroeger rookte, dan kan het zijn dat Bart sigarettenrook ruikt. Vervolgens probeert hij die zintuigelijke informatie zo goed mogelijk te vertalen naar woorden.
Allereerst presenteert zich een welbespraakte dame. Een oma misschien, wijzend naar een beeldje, een wit huis. Het voelt alsof ik op de kermis ben. In een tent met allemaal lachspiegels, waarbij ik me continue afvraag welk gedeelte wél de realiteit weergeeft. Het contact met mijn oma vroeger was prima, maar het was niet zo dat we super close waren. En ze is al jaren dood. Geen idee.
Ook een beeldje of een wit huis – ik stel me er zo eentje met een puntdak voor- doet geen bel rinkelen.
We praatten een tijdje over andere zaken, niet gerelateerd aan overledenen, als Bart opeens mijn vaders aanwezigheid voelt. “Je vader is vrij snel overleden?”, zegt Bart. Ik knik. Hij was niet opeens dood neergevallen in de supermarkt of zo, maar een ziekbed van drie weken vind ik wel redelijk snel.
Bart wijst naar zijn borst. “Had hij iets aan zijn hart of aan zijn longen?” Hij had twee keer een dubbele longontsteking achter elkaar, maar ik knik alleen maar weer naar Bart.
“Je vader vindt het jammer,” zegt Bart “dat het allemaal zo snel is gegaan. Dat er niet echt tijd was voor een goed afscheid”. Ik slik. Ik kon dit niet afdoen met alleen maar knikken. Terugkomend van onze vakantie in Frankrijk, was pa niet meer aanspreekbaar en in de drie weken die volgden kwam hij heel af en toe nog een keer bij, maar een goed gesprek was niet meer mogelijk.
“Dat snap ik wel.”, zeg ik. “Gaat het goed met hem?”
Het was er uit voordat ik het wist, maar ergens vind ik het een rare vraag. Iemand is dood. Is er dan überhaupt nog wel een goed of slecht?
“Het gaat goed met hem”, zegt Bart.
Aan de eettafel ‘s avonds bespreek ik de sessie met mijn vriendin en onze drie kinderen. De onbekende oma, het vreemde witte huis en ‘het contact’ met mijn vader.
“Een wit huis zegt je niets?”, zegt mijn vriendin. “Je vader woonde toch in een wit huis?” Ik overweeg de optie. Ja, een bungalow is natuurlijk ook een huis. Dat hoeft niet per se een woning met een verdieping en een puntdak te zijn.
“En die oma, zou dat niet Tonny geweest kunnen zijn?”, zegt mijn vriendin.
Ik schiet in de lach. Tonny, de vriendin van mijn vader, was een schat van een mens, maar ik kon nooit zo goed met haar opschieten. En zeker niet als puber.
“Het is wel typisch iets voor Tonny om voor aan de rij te staan als jij met een medium aan de slag gaat”, zegt mijn vriendin.
Er zijn een viertal punten die Bart correct heeft benoemd. Een wit huis, een kort ziekbed, geen tijd voor afscheid en de hart- of longaandoening. Het korte ziekbed kan natuurlijk een gok zijn geweest met 50 procent kans. En met een kort ziekbed is de kans op weinig tijd voor afscheid natuurlijk ook groter. Verder kan iedereen online achterhalen dat hart- en longziekten in de top vier van doodsoorzaken zitten. Maar ja, dat witte huis …. Dat is zeer specifiek, zeker in combinatie met die andere drie punten. Voor mijn gevoel heeft Bart niet zitten vissen. Bij mijn vader waren het achter elkaar opmerkingen en vragen die aansloten bij hoe de situatie destijds was.
Met de specifieke informatie die ik kreeg, blijft wat mij betreft alleen maar de volgende vraag over: Hoe groot schat ik de kans in dat de persoon tegenover me, het medium, mij in de maling neemt met onzin. Bij Bart is mijn conclusie: nihil.
Over Dirk:
Dirk Krijgsman is een freelance schrijver en blogt voor Bart’s Praktijk over zijn zoektocht naar zijn innerlijke spirit. Hij woont in Breukelen samen met zijn vriendin en drie kinderen. Met zijn band 22AD zet hij geregeld de boel op stelten. Eerder was Dirk met enige regelmaat met zijn racemotor op het circuit in Assen te vinden. Inmiddels heeft hij zijn motor voor een golfsurfboard ingeruild en kom je hem regelmatig tegen in de branding bij Scheveningen.